Het werkveld van een vitaloog is erg gevarieerd. Daarom zijn er naast de algemeen vitaloog nog enkele specialisaties in de vitalogie. Voor elk vitalogisch probleem of vitalogische uitdaging is er wel een specialist te vinden die de verdieping kan maken. Overigens is het niet zo dat iemand die een bepaalde specialisatie heeft gekozen, vastzit aan een vastgelegd aantal beroepen. De opleiding tot algemeen vitaloog is een opleiding die de je klaarstoomt voor vele verschillende functies in de praktijk. Na de algemene opleiding tot vitaloog bestaat de mogelijkheid om te differentiëren en te verdiepen in een bepaalde richting en/of specialisatie.
Soorten vitaloog
De volgende soorten vitalogen zullen er in de nabije toekomst te vinden zijn:
- Gezondheidsvitaloog
- Ontwikkelingsvitaloog
- Sociaal vitaloog
- Arbeids- en organisatievitaloog
- Onderwijsvitaloog
- Sportvitaloog
Gezondheidsvitaloog
Gezondheidsvitalogen onderzoeken hoe gedrag samenhangt met gezondheid. Zij richten zich hierbij op amplitie en preventie en houden zich bezig met het gedrag dat de gezondheid zowel op een positieve als op een negatieve manier kan beïnvloeden. Ook helpen gezondheidsvitalogen mensen met chronische aandoeningen om te gaan met hun ziekte of beperking.
Ontwikkelingsvitaloog
De ontwikkelingsvitalogie houdt zich bezig met het gedrag van mensen in relatie tot hun leeftijd. De grootste ontwikkelingen bij de mensen vinden plaats als ze jong zijn, daarom richten deze vitalogen zich voor een groot deel op de jeugd en jongvolwassenen. Dit neemt niet weg dat ook de veranderingen bij het ouder worden tot het interessegebied van de ontwikkelingsvitaloog behoren zoals bijv. de overgang en omgaan met rouw.
Sociaal vitaloog
De sociaal vitaloog richt zich op gedrag van mensen in relaties met elkaar en in groepen. Hij vraagt zich af waarom mensen zich door bepaalde zaken laten beïnvloeden en waarom mensen zich in één-op-éénrelaties en in groepen op een bepaalde manier gedragen. Sociaal vitalogen zijn gespecialiseerd in alles dat gerelateerd is aan menselijk gedrag en de vitalogische factoren die onze sociale interacties kunnen beïnvloeden. Hun kennisgebied reikt van interpersoonlijke relaties tot aan andere onderwerpen zoals cultuur, vooroordelen of interpersoonlijke gedragingen. Sociaal vitalogen werken vaak als beleidsmedewerker of trainer van soft skills.
Arbeids- en organisatievitaloog
De arbeids- en organisatievitaloog houdt zich bezig met de manier waarop mensen omgaan met arbeidssituaties, zowel individueel als in groepen. Hij (of natuurlijk zij) kijkt onder andere naar het functioneren van groepen, motivatie en betrokkenheid bij het bedrijf en gedrag op de werkvloer. Hun diepgaande kennis van motivatie en leiderschap maakt hen in het bijzonder behulpzaam voor werknemers die met werkgerelateerde problemen te maken hebben, maar ze helpen daarnaast ook bij het verbeteren van de effectiviteit en efficiëntie van deze werknemers. Arbeids- en organisatievitaloogvitalogen houden zich o.a. ook bezig met het selecteren van de juiste werknemer voor de juiste plek in een bedrijf. Zij werken onder andere op de afdeling HRM van grote bedrijven, als beleidsmedewerker bij de overheid of bij de Arbodienst.
Onderwijsvitaloog
Onderwijsvitalogen houden zich bezig met allerlei factoren die van invloed zijn op de kwaliteit van het onderwijs. Ze proberen het onderwijs zo goed mogelijk te maken voor zoveel mogelijk leerlingen. Ze kijken hierbij naar eigenschappen van het onderwijs, bijvoorbeeld de leerkrachten en ondersteunend personeel, maar ook naar eigenschappen van de leerlingen zelf, zoals hun motivatie.
Sportvitaloog
Sportvitalogen streven naar een verbeterd welzijn en prestaties van sporters, teams en coaches door middel van (sport)psychologische interventies. Het trainen van psychologische vaardigheden kan allemaal geïntegreerd worden in de bestaande trainingen en dit dien je standaard te doen, net als het trainen van techniek en tactiek. Met een sportvitaloog train je je brein op verschillende manieren om te komen tot optimale sportprestaties. Onderwerpen die bijna altijd aan bod komen zijn mindset, positieve zelfspraak, spanning reguleren (omgaan met wedstrijdspanning & balans spanning-ontspanning), visualisatie en doelen stellen.